Adviesbureaus en bevoegde gezagen bespraken Richtlijn Vleermuisonderzoek Grote Gebieden (28 juni 2024)
28 juni 2024
Voor gebiedsgericht onderzoek naar gebouwbewonende vleermuizen is op 26 jan 2024 de Richtlijn Vleermuisonderzoek Grote Gebieden uitgebracht. Op 7 mei 2024 discussieerden zo'n 60 medewerkers van adviesbureaus en 30 medewerkers van bevoegde gezagen over de toepassing van deze Richtlijn bij het onderzoek en bij de beoordeling van uitgevoerd onderzoek voor vergunningverlening voor de Omgevingswet Soortenbescherming. De vleermuisexcursie in Park Sonsbeek na afloop van de bijeenkomst trok ongeveer 30 geïnteresseerden. Het Netwerk Groene Bureaus organiseerde en de provincie Gelderland faciliteerde de bijeenkomst.
De opstellers van de Richtlijn lichtten de Richtlijn toe, zowel vanuit de ecologische als juridische kant. Zijn de gebouwbewonende vleermuizen die nu in de Richtlijn zijn opgenomen (gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en gewone grootoorvleermuis - in ontwikkeling) ecologisch goed in beeld? Is de geleverde onderzoeksinspanning in juridisch opzicht voldoende? Drie bevoegde gezagen (Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland) gaven vervolgens aan welke eisen zij stellen aan het uitvoeren van onderzoek voor vergunningverlening. Drie adviesbureaus (Ecologisch adviesbureau Viridis, Eelerwoude en Loo Plan) presenteerden hun uitgevoerd vleermuisonderzoek in grote gebieden. In een forumdiscussie en einddiscussie werd ingegaan op onder meer de toepassing van de Richtlijn Vleermuisonderzoek Grote Gebieden en daarvan afwijkende onderzoeksmethoden, de ecologische en juridische aspecten daarvan, het omgaan met de kosten voor onderzoek, ervaringen met aanbestedingen door gemeenten, het borgen van deskundigheid van onderzoekers en ervaringen met fietsend onderzoek.
De presentaties en discussies lieten zien dat een aantal provincies en adviesbureaus ervaring hebben met soortenmanagementplannen en het daarvoor benodigde onderzoek. Daarbij worden onderzoeksmethoden toegepast die zijn ontwikkeld voordat de Richtlijn beschikbaar kwam. Deze methoden wijken op onderdelen af van de Richtlijn wat onder meer leidde tot discussies over de kans dat in het uitgevoerde onderzoek soorten of functies (als kraamverblijfplaatsen) worden gemist en daarmee over de ecologische en juridische houdbaarheid van het onderzoek.
Voor het ontwikkelen en uitvoeren van soortenmanagementplannen zijn onderzoek, monitoring en het nemen van maatregelen nodig waarvoor provinciale stimuleringsgelden en middelen van gemeenten beschikbaar zijn. In de discussies kwam naar voren dat besparen op kosten voor onderzoek ten gunste van monitoring en maatregelen (te) grote risico's op het missen van soorten met zich mee zal brengen. Sommige aanbestedingen voor onderzoek leiden niet tot offertes van adviesbureaus wat toegeschreven wordt aan een ecologentekort. In de praktijk blijken echter de lage prijs, de opzet of timing van de uitvraag of de onmogelijkheid om op basis van een quickscan een reële aanbieding te kunnen doen, de oorzaken.
Tevens werd op de bijeenkomst ingegaan op het borgen van deskundigheid van onderzoekers via de beoordeling van cv's (door bevoegde gezag of via een keurmerk voor bedrijven) en werden praktische ervaringen uitgewisseld, onder meer over fietsend onderzoek doen.